Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Zaaizaad- en plantgoedwet 2005

 

Artikel 6
1
De kosten van de Raad komen ten laste van de rijksbegroting.
2
Onze Minister stelt tarieven vast voor:
a
het in behandeling nemen van verzoeken om inschrijvingen en aantekeningen in het rassenregister;
b
het in behandeling nemen van aanvragen voor de toelating van rassen en opstanden;
c
het in behandeling nemen van aanvragen voor kwekersrecht;
d
het uitvoeren van het technisch onderzoek dat noodzakelijk is om aanvragen als bedoeld in onderdeel b en c te kunnen beoordelen;
e
het verstrekken van afschriften en uittreksels uit het rassenregister;
f
elk jaar dat een ras of opstand in verband met de toelating of in verband met de verlening van kwekersrecht in het rassenregister staat ingeschreven;
g
het verstrekken van adviezen als bedoeld in artikel 58, vierde lid, en
h
het in behandeling nemen van aanvragen voor de toelating van plantengroepen als bedoeld in artikel 85.
3
De tarieven, bedoeld in het tweede lid:
a
hebben een rechtstreeks verband met de activiteiten, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a tot en met h,
b
belopen niet meer dan nodig is ter dekking van de gemaakte kosten die zijn toe te rekenen aan die onderscheiden activiteiten, en
c
worden per gewas of per categorie van gewassen waarop de activiteiten van de Raad betrekking hebben, afzonderlijk vastgesteld.
4
Bij ministeriƫle regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de oplegging en inning van de tarieven alsmede met betrekking tot het periodiek aanpassen van de tarieven aan de ontwikkelingen van de lonen en prijzen.
5
Bij gebreke van betaling binnen de door de Raad gestelde termijn kan de Raad het verschuldigde bedrag, verhoogd met de wettelijke rente en de op de invordering vallende kosten, invorderen bij dwangbevel. Het dwangbevel wordt op kosten van degene die het bedrag is verschuldigd bij deurwaardersexploot betekend overeenkomstig artikel 45 en volgende van het Eerste Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en levert een executoriale titel op in de zin artikel 430 van het Tweede Boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
6
Gedurende zes weken na de dag van betekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van de staat. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging. Op verzoek van de staat kan de rechter de schorsing van de tenuitvoerlegging opheffen.
7
De Raad neemt geen stukken in behandeling en verstrekt geen afschriften en uittreksels uit het rassenregister, zolang niet het ingevolge dit artikel verschuldigde bedrag wordt voldaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •